Plastic kaartjes
In de eerste plaats als ‘vakidioot’ en verder in willekeurige volgorde als van consument, ondernemer, vrouw en moeder heb ik mijn portemonnee vol met plastic kaartjes. Mijn gifgroene beurs is een waar podium voor loyaliteitsprogramma’s. Bekenden, maar zeker ook een aantal met minder roem, oud gedienden en nieuwkomers.
Laatst moest ik een selectie maken. Omdat ook mijn groene beurs zijn grenzen heeft. Het aantal van vijftig passen ‘bij de hand’ terugbrengen naar zo’n dertigtal. Ik vroeg me af waarom bedrijven zoveel investeren in klantenpassen, als ze zo weinig toevoegen. En ik zet mijn vraagtekens bij structurele ‘korting op het eigen product’, slechts op vertoon van een plastic kaartje. Als ik kritisch de ruim vijftig pasjes selecteer blijven er, naast mijn bankpassen, bibliotheekpas, zorgpas, rijbewijs weinig passen over die voor mij als consument écht interessant zijn. Tot deze selectie horen wel de blauwe passen van mijn favoriete supermarktketen. En een aantal ‘spaarpassen’ van retailers waar ik regelmatige bezoeker van ben. De structurele ‘korting op het eigen product’ passen van een aantal plaatselijke retailers doe ik met pijn in mijn hart terug in mijn portemonnee. Want ja, ook in ben Nederlander. En wil bij mijn incidentele bezoek best 10% korting. Waarom breng je, als plaatselijke middenstander, zo je marge naar beneden? Zonder enige tegenprestatie van je klanten. Aangestoken door de ‘passenmode’? Waarbij het lijkt dat het hebben van een klantenpas een doel op zich is.
De winnaars gaan terug in het gifgroene omhulsel. Die voor nu comfortabel in zijn koeienhuid steekt, zonder al te veel puntige passen. Maar ik weet dat volgend jaar om deze tijd dezelfde selectie zal plaatsvinden. Mijn handen jeuken om deze nieuwkomers te inspireren en adviseren voordat ze zich in mijn groene buidel huisvesten.